De dag na de couchsurfmeeting verlaten we het hotel. Het is een hele klus om in te pakken: we hebben 25 dagen in de hotelkamer geslapen en al onze rommel heeft zich overal verspreid. Ook hebben we nog een koffer vol blokfluiten, een gitaar en een bouzouki, die niet in Zaatari konden blijven. Als we ingepakt zijn, staat er in de hotellobby een grote berg met spullen. We verlaten de stad nog niet: we gaan naar Erwan, een jongen die ik via BeWelcome heb gevonden, waar we een paar dagen mogen blijven. Het huis van Erwan is een verademing na de drie weken in downtown. Hij woont in Jabal Al Lweibdeh, een buurt met veel Fransen op de heuvel boven downtown. Het is er groen en rustig en het huis is ruim en koel. We slapen vier nachten bij Erwan. Tijdens de dagen in Lweibdeh hangen we gezellig rond in zijn huis en in de buurt, en we doen nog een paar dingen die moeten gebeuren voor Syrious Mission.
Het eerste dat moet gebeuren is het kopen van een oud voor Samer, de zoon van een dichter uit Syrië. Hij en zijn familie wonen nu in King Abdullah Park, een klein vluchtelingenkamp vlakbij Mafraq. Het eerste team van Syrious Mission heeft gewerkt met de kinderen in King Abdullah Park, en zo heeft Maher van team 1 Samer leren kennen. Samer wil graag oud leren spelen, want hij heeft nu helemaal niets te doen in het kamp, en Bassem heeft besloten om een oud voor Samer te kopen. Wij hebben van Bassem geld voor de oud gekregen en gaan op zoek naar een goede oud voor Samer. Na een zoektocht door Amman die een verhaal op zich is, vinden we een muziekwinkel in een buitenwijk waar ouds verkocht worden. We worden vriendelijk geholpen en lopen een uurtje later met een splinternieuwe prachtige oud naar buiten.
De volgende dag vertrekken we naar King Abdullah Park om de oud af te leveren. We hebben nog een bezoek te doen hier: Jacqueline van team 1 is vrienden geworden met een klein meisje, en heeft een cadeautje voor haar meegegeven. Vergeleken met Zaatari is King Abdullah Park een gezellig gemoedelijk dorpje. Iedereen kent elkaar en het hele kamp is in een oogopslag te overzien. Er is een heuse supermarkt waar vanalles te koop is. De jeugd maakt een praatje met de bewakers. De Child Friendly Space is vol met speelgoed en helemaal versierd met vrolijke tekeningen en mobielen. Er is een speeltuin die in de gaten gehouden wordt door Syrische vrijwilligers. En er is ook een Adolescent Friendly Space: daarheen worden we gestuurd als we naar Samer vragen. Samer is wiskundeles aan het geven aan de jongens. In dezelfde ruimte wordt ook Engelse les gegeven. De jongens zijn stil en ijverig aan het werk. Ze lopen met hun boeken naar elkaar en naar de leraar toe als ze vragen hebben, ze zijn heel geïnteresseerd en geconcentreerd bezig. Samer en de Engelse leraar onderbreken hun les voor ons, terwijl de jongens zelfstandig doorwerken. Dankzij de leraar Engels kunnen we een praatje maken, hij kan vertalen voor ons. Het blijkt dat hij ook goed Duits spreekt. We praten wat over talen en over het werk dat ze hier met de jongens doen, en geven vervolgens Samer zijn oud. Hij straalt terwijl ik hem met Marc en zijn oud op de foto zet. We bellen met Maher en laten Samer en Maher even met elkaar aan de telefoon. Daarna gaan we nog even op zoek naar de man die Samer gaat leren oud spelen. Hij stemt de oud wat en speelt wat noten en knikt goedkeurend: de oud is goed. Mooi!
Na het geven van de oud gaan we op zoek naar Walla, het kleine meisje waaraan we Jaqcuelines cadeau gaan geven. Na enig zoeken en wachten kunnen we Walla, haar nichtje en haar moeder ontmoeten in de Child Friendly Space. Walla is een prachtig kind, verlegen, maar stralend. We kunnen ons voorstellen dat Jacqueline een zwak voor dit meisje had. Haar moeder is een lieve vrouw, en met vertaalhulp van de begeleidster van Save the Children spreken we wat. Ook Jacqueline bellen we, zodat ze even kunnen spreken. Jacqueline vertelt het verhaal van de knuffelkrokodil die Walla heeft gekregen: de krokodil was van haar dochter, en lag altijd onder haar bed om haar te beschermen tegen monsters. Nu geeft de dochter van Jacqueline de krokodil aan Walla, zodat Walla beschermd wordt. Wat een lief gebaar! De moeder van Walla is heel dankbaar, en Walla straalt met haar verlegen glinsteroogjes.
We zetten ze op de foto met de cadeaus en gaan vervolgens bij ze op de thee. Of om precies te zijn, op de sinaasappelpriklimonade. Ik besef me, terwijl we daar zitten, dat we nu voor het eerst bij een familie binnen zijn. In Zaatari hebben we alleen de Child Friendly Spaces van binnen gezien, niet de tenten of caravans van kampbewoners. Nu zijn we in zo’n caravan: een kleine rechthoekige ruimte, ongeveer twee bij vijf meter, waarin Walla woont met haar broertjes, vader en moeder. Zes mensen leven hier de hele dag en nacht samen in deze kleine ruimte. De moeder van Walla heeft alles heel mooi op orde en schoon, het is een knus en net huisje. Maar, wel erg klein, voor een hele familie! Als we in de caravan zitten met ons blikje prik, druppelen er langzaamaan steeds meer kinderen binnen die in een steeds kleinere kring om ons heen komen zitten. Ze stellen allerlei vragen, die we zo goed mogelijk proberen te beantwoorden. We praten ook met Walla’s moeder en vader, over waar ze vandaan komen, en hoe ze het hier in het kamp hebben. Het meisje van Save the Children vertaalt geduldig voor ons. We zijn haar erg dankbaar dat ze zo uitgebreid de tijd voor ons neemt en ons zo helpt met vertalen!
Het laatste bezoek van de dag is bij de familie van Samer. Zijn vader de dichter is er helaas niet, maar zijn moeder, tante en zus zijn er wel. Moeder maakt koffie voor ons en natuurlijk moeten wij op de zachtste kussens zitten. Weer wordt ons het hemd van het lijf gevraagd, vooral over hoe lang we samen zijn en hoe het kan dat we nog niet getrouwd hebben en nog geen kinderen hebben. Als we zeggen dat we nog even willen wachten met kinderen, knikt Samer instemmend, hij vindt dat een goed idee. We praten over de oud, en hoe Samer oud zal leren spelen en dat hij nu iets te doen heeft. Ook hebben we het over de studie van Samer. In Syrië studeerde hij, maar hier in Jordanië mag hij niet naar de universiteit. Hij wil proberen in Europa of Amerika te studeren en vraagt ons of dat in Nederland kan. Tsja, het laatste wat wij gehoord hebben over de situatie voor Syrische vluchtelingen in Nederland, is dat er plaats is voor 150 Syriërs… dat maakt de kans voor Samer heel erg klein. We begrepen later van Maher dat hij probeert uit te zoeken voor Samer wat de mogelijkheden zijn. We duimen voor Samer dat het hem lukt om snel verder te studeren en hopen dat hij in de tussentijd van zijn oud kan genieten.
Aan het einde van de dag in King Abdullah Park zijn we heel moe en voelen we ons enigszins vreemd dat we zo als de eregasten behandeld werden, terwijl we slechts de boodschappers waren voor Maher en Jacqueline. Maar we zijn toch blij dat we dit gedaan hebben en iets hebben kunnen betekenen voor zowel onze Nederlandse vrienden als voor hun Syrische vrienden.
De dag erna pakken we alle gedoneerde instrumenten bij elkaar waarvoor nog geen goede bestemming gevonden is, en stappen we in een taxi naar het huis van Jane. We hebben met haar afgesproken dat zij op zoek zal gaan naar een project waar de instrumenten goed gebruikt kunnen worden. Syrious Mission is niet heel geschikt voor het gebruik van 200 blokfluiten, aangezien de missies telkens heel kort duren, en de kinderen in die tijd geen blokfluit kunnen leren spelen. Het aanleren om zachtjes te blazen en je vingers op de gaatjes te plaatsen kost veel concentratie en aandacht, wat in een groep van 50 kinderen lastig te realiseren is. Hooguit kun je een klein groepje uitkiezen dat op de blokfluiten speelt, maar daarvoor zijn geen 200 blokfluiten nodig. Jane kent heel veel mensen in de wereld van goede doelen en projecten hier in Jordanië, dus zij is de juiste persoon om een goede plek voor de fluiten te vinden. Gelukkig is ze bereid dit voor ons te regelen! We brengen de fluiten naar Jane’s buurvrouw, Amy, want Jane is die avond niet thuis. We eten samen met Amy en haar moeder die op bezoek is, en we zetten het gesprek voort dat we voor de start van onze missie met haar hadden, over het werk bij Unicef, en de misstanden in de verschillende vluchtelingenkampen in Jordanië.
We hebben nog een taak liggen die lastig uit te voeren blijkt: Hanna heeft geregeld dat Save the Children 380 kilo verf gedoneerd krijgt van Akzo Nobel. Maar we krijgen maar geen bericht over waar die verf heen gestuurd kan worden. Marc mailt en belt achter de managers van Save the Children aan, probeert via Unicef een ingang te vinden, overlegt met Jane en Amy hoe de verf aangenomen kan worden, en wordt zo van het kastje naar de muur gestuurd. Aangezien ik dit verhaaltje pas weken later aan het schrijven ben, kan ik vertellen hoe deze puzzel afloopt: Save the Children kan de verf niet aannemen omdat ze bang zijn dat de blikken misschien ontploffen (?!?!), Unicef zegt dat we het maar aan Save the Children moeten doneren, Amy krijgt niet voor elkaar om via haar functie bij Unicef de verf te accepteren, en het contact met de vriendelijke vent van Oxfam Novib, die zegt de verf wel te willen, loopt op dit moment op een zacht pitje door… de vraag is of er importbelasting betaald zal moeten worden. De woorden van Dima klinken na in mijn oren:”You can never have enough paint for the children in Zaatari!” Een pallet vol verf staat ergens te wachten om gebruikt te worden door Syrische kinderen, maar bureaucratie zorgt ervoor dat het feest tot nu toe niet doorgaat. Wrang.
2 Responses